Hoofdstuk 2, Paragraaf 1
In uitvoering

Video met Mathieu Zana Etambala

Hoofdstuk vooruitgang
0% voltooid

Beantwoord onderstaande vragen:

Het hele systeem van machtsuitoefening in Congo was door het paleis bedacht, Leopold II was dus op de hoogte van de gruwelpraktijken. Een systeem komt echter nooit van slechts 1 persoon: een heel politiek apparaat, media, … hebben bijgedragen aan de (instandhouding van) onderdrukking in Congo.

Dat weten we niet. Er wordt vaak gesproken over 10 miljoen mensen, maar eigenlijk is er nog niet voldoende onderzoek gebeurd. Dat cijfer is dus niet wetenschappelijk. Sommige regio’s zijn nog niet onderzocht. Bovendien stierven er ook veel mensen door de slaapziekte, die overlijdens kunnen niet op rekening van het koloniaal regime geschreven worden.

De administratie van Leopold II dwong het Congolese leger om hun landgenoten die niet snel genoeg werkten in de rubberteelt op te jagen en te vermoorden. De zwarte soldaten moesten elke kogel die ze gebruikten ‘verantwoorden’ aan de kolonisatoren met een afgehakt hand of geslachtsdeel als bewijs. Er circuleren foto’s van volwassenen en kinderen met een afgehakt hand: dat zijn slachtoffers die het schot overleefd hebben. De foto’s werden door critici van de Congolese kolonisatie gebruikt om de wanpraktijken in Congo aan te klagen.

Het fysieke geweld van de kolonisatie was een belangrijke oorzaak. Daarnaast zijn ook veel mensen gestorven door het gebrek aan gezondheidszorg. Zo stierven bijvoorbeeld veel Congolezen aan een besmetting met de ‘slaapziekte’ (infectieziekte veroorzaakt door tseetseevliegen), niet enkel voor 1908 maar zelfs tot aan WOI. Verder was er ook psychologisch en seksueel geweld, economisch geweld,…

In Congo Vrijstaat (voor 1908) werd zo’n 40% van de begroting besteed aan het leger en slechts 1,6% aan gezondheidszorg. Vanaf 1908 komt er wel een gezondheidsproject en een onderwijsproject, maar gezondheidzorg en onderwijs bleven beperkt toegankelijk voor Congolezen.

We kennen daaromtrent een vorm van collectief geheugenverlies. Enkele voorbeelden zijn de missies en het koningshuis. De geloofsgemeenschappen zwegen over wanpraktijken omdat ze gratis gronden hadden gekregen om hun missies op te zetten. Het koningshuis had allerlei financiële belangen in het land en wilde die beschermen. Zo was koning Albert I in Congo geweest en kende hij de verhalen over de gruwel. Omdat het koningshuis echter betrokken was bij verschillende koloniale bedrijven, besloot hij erover te zwijgen en verheerlijkte hij daarentegen het werk van Leopold II.