Hoofdstuk 1, Paragraaf 1
In uitvoering

3.3.1 Preventief complottheorieën ‘creëren’

user_media_nocap_c27105_u191415_utzqffcd9114a9c7eb77206e6e9f1c77074cdd98f67ad-2

We zagen al dat er heel wat leeft op social media. Van halve waarheden tot nepnieuws en in het ergste geval heuse complottheorieu00ebn. Wanneer iemand in de ban geraakt van een complottheorie, komt die al gauw terecht in een tunnelvisie. Dan is het al code rood.

Als je wil vermijden dat jouw leerlingen worden meegesleurd in zo’n web van complotten, kan je er maar beter preventief mee aan de slag gaan. Leraar Sara De Jaeghere speelt in op de aantrekkingskracht van complottheorieu00ebn en gaat er actief mee aan de slag. Ze creu00ebert samen met haar leerlingen de gekste, (on)geloofwaardige complottheorieu00ebn.

Wat Sarau2019s manier van werken zo straf maakt:

  • Sara laat leerlingen nadenken over onderwerpen die ze onrechtvaardig vinden en hen emotioneel raken. Zo prikkelt ze de nieuwsgierigheid.

  • De leerlingen ontdekken zelf de structuren van een complottheorie, net omdat hun zelfgemaakte theorie ook aan het typische, vast stramien moet voldoen: een (machtige) groepu2026 heeft een geheim planu2026 dat nadelig is voor de meerderheidu2026 en een voordeel oplevert voor die (machtige) groep.

  • De leerlingen willen de rest van de klas meekrijgen in hun verhaal, dus passen vanzelf manipulatietechnieken toe om hun publiek te overtuigen: inspelen op noden, emoties, wij-zij-denken of iets oversimplificeren.

  • De leerlingen mogen hun zelfgemaakte complottheorie op sociale media promoten. Zo ervaren ze hoe ze met slogans en beelden anderen kunnen beu00efnvloeden, maar tegelijkertijd ervaren ze de gevaren van het internet : hoe gemakkelijk en snel een verzonnen verhaal de ronde kan gaan.

  • Door de hashtag #klasopdracht toe te voegen, blijft het voor de internetgemeenschap ook duidelijk dat het een afgebakende opdracht is.